Een huis aan het einde van de weg
Aan het einde van de weg. Daar staat een huis. Wie is daar thuis? Doe open! Ik ben het, je bent me toch niet mis gelopen? Fijn dat je er bent! Hoe gaat het met je? Met mij gaat het zoals het hoort. Ik ben blij dat ik je zie, heb ik dat goed verwoord?